Staatsecretaris Teeven heeft op 13 januari 2015 een brief aan de Tweede Kamer geschreven over de opvang die gemeenten nu geven. Over Den Haag schrijft hij:
In Den Haag verbleef een wisselende groep vreemdelingen in een kerk. Het ging oorspronkelijk om ongeveer 65 vreemdelingen. Van deze groep in Den Haag zijn, voor zover bekend, geen vreemdelingen vertrokken naar het land van herkomst. Deze groep vreemdelingen is vervolgens ondergebracht op een nieuwe plek in de Zilverstraat in Den Haag waar onderdak is verleend tot 1 november 2014 onder de voorwaarde dat de vreemdelingen werken aan hun toekomst. Een aantal personen heeft een nieuwe asielaanvraag ingediend of is geplaatst op een gezinslocatie. De vreemdelingen die nog verbleven in de Zilverstraat na 1 november, hebben onderdak gekregen tot 8 december 2014 op dezelfde locatie. In de bevindingen van het Europees Comité voor Sociale Rechten van de Raad van Europa heeft de gemeente aanleiding gezien de opvang in ieder geval tot 1 maart 2014 voort te zetten. Het gaat nog om ongeveer 20 vreemdelingen. Van deze resterende groep wordt verwacht dat ze werken aan terugkeer of doorreis naar een derde land. Voor andere vreemdelingen zonder recht op verblijf en onderdak, die niet in de Zilverstraat verbleven, heeft de gemeente Den Haag een vorm van nachtopvang ingericht in de stad. De gemeente Den Haag geeft wel aan zich te blijven inspannen om tot een structurele oplossing te komen voor deze problematiek. Dit wordt gedaan in overleg met het Rijk, de G4 en de Verenging van Nederlandse Gemeenten.